Beschouwingen bij de dienstweigeringsactie 2004
1. Het is
meer dan twee jaar geleden dat de eerste dienstweigeringsactie voor de
splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde het licht zag. De
initiatiefnemers, het Halle-Vilvoorde Komitee en de Vlaamse Volksbeweging,
onder auspicien van het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen (OVV), gaven
het startschot op een persconferentie te Brussel op 24 april 2002.
Het was
daags voordat de eerste paarse regering haar kieswethervorming met de
Kafkaiaanse regeling voor de provincie Vlaams-Brabant aankondigde. We hebben
deze regeling met de kracht van het woord (zie PDF bestand ) en met de kracht van de actie
(betoging in Vilvoorde van 29 september 2002) bestreden.
Onze
argumenten, de overduidelijke ongrondwettelijkheid van de nieuwe regeling noch
de straatactie mochten baten.
De regeling
werd erdoor gedrukt.
We weten
wat er intussen van geworden is: vernietigd door het Arbitragehof (arrest nr.
73/2003 van 26 mei 2003).
2. We
hebben toen gezegd dat de dienstweigeringsactie na rijp beraad werd
opgestart. Zulk een actiemiddel mag slechts met grote omzichtigheid worden
ingezet. Het moet gaan om een essentiele kwestie, gedragen door een breed
maatschappelijk vlak en het moet gebleken zijn dat alle andere middelen om
genoegdoening te bekomen falen. Deze elementen zijn in dit dossier zeker
aanwezig.
Het belang
van de splitsing van de kieskring kan niet overschat worden: het is de
ontbrekende sluitsteen van de territoriale indeling van het land in
taalgebieden, gewesten en provincies. Dit dossier staat zowel op het
principi‘le vlak als op het vlak van de praktische gevolgen op dezelfde lijn
als de vastlegging van de taalgrens in de jaren zestig en de splitsing van
Leuven. De eis tot splitsing wordt
ondubbelzinnig door heel Vlaanderen gedragen. De totale blokkering was en is zo
groot, dat de normale actiemiddelen geen enkel uitzicht op succes bieden.
De eerste
dienstweigeringsactie mag een succes genoemd worden:
-
Meer
dan 200 Vlaamse vooraanstaanden hebben hun morele steun toegezegd aan de actie;
dit is op zich reeds een uitzonderlijk gegeven;
-
meer
dan driehonderd Vlamingen hebben zich kandidaat gesteld om effectief dienst te
weigeren;
-
twintig
onder hen hebben ook effectief dienst geweigerd;
-
van
deze twintig werden er slechts drie vervolgd;
-
ˇˇn van de twintig kreeg een voorstel tot minnelijke schikking, maar werd tot nog
toe niet gedagvaard;
-
opvallend
is dat in de provincie Vlaams-Brabant geen vervolging werd ingesteld;
3. Twee
dienstweigeraars werden en worden nog steeds voor de strafrechter gesleept.
Onze
nochtans terechte verweermiddelen werden in een eerste fase van tafel
geveegd en boetes werden uitgesproken.
We lieten
ons echter niet afschrikken door deze enkele processen. Integendeel. De
processen zelf tonen het absurde aan van een staat die zijn burgers vervolgt omdat deze de
toepassing van de grondwet eisen, en weigeren een wet uit te voeren die de
grondwet schendt. Het is Kafkaiaans.
Het spreekt
vanzelf dat we ons in beide processen met alle middelen zijn blijven verzetten
tegen de repressieve aanpak en ons blijven beroepen op de politieke aard van de
dienstweigering, want het zijn uiteindelijk politieke processen: "misdrijven"
die zijn gepleegd om de werking van de politieke instellingen, inzonderheid de
organisatie van de verkiezingen, te belemmeren en onmogelijk te maken.
Ook blijven
we hameren op de gewetensnood: de burgers zitten geprangd tussen enerzijds de
burgerplicht om de verkiezingen mee te helpen organiseren en anderzijds de
verkiezingswet, die manifest ongrondwettelijk is en door heel Vlaanderen wordt
afgewezen. Gezien de grondwet in rangorde boven de wet staat, kan het niet, dat
een burger die zijn geweten laat spreken, die de unanieme wil van politiek
Vlaanderen in de praktijk omzet,
en de grondwet boven de wet stelt, hiervoor wordt bestraft. Weigeren een
ongrondwettelijke wet uit te voeren, kan geen misdrijf zijn.
De feiten
sedert de verkiezingen van mei 2003 hebben de dienstweigeraars gelijk gegeven:
-
het
Arbitragehof oordeelde dat de nieuwe regeling voor Vlaams-Brabant
ongrondwettelijk was;
-
25 gemeenten uit Halle-Vilvoorde
verklaarden de regeling ongrondwettelijk en onwerkzaam;
-
de
provincieraad van Vlaams-Brabant keurde een gelijkaardige resolutie goed op 4
november 2003;
-
het
Vlaams Parlement keurde op 10 december 2003 met 113 stemmen tegen ˇˇn een resolutie
goed waarbij het parlement verklaart dat de huidige regeling haar legitimiteit
heeft verloren;
-
de
gemeenten van Halle-Vilvoorde weigeren hun medewerking te verlenen aan de
Europese verkiezingen van 13 juni a.s. en zowel minister van Binnenlandse Aangelegenheden
Paul Van Grembergen als het Vlaams Parlement beslisten reeds dat tegen hen geen
sancties mogen genomen worden;
-
de
federale regering doet niets.
Al deze
elementen bewijzen het juridisch en moreel gelijk van de dienstweigeraars.
Daarbij kan
het belang van de resolutie van het Vlaams parlement niet onderschat worden.
5.
Uiteindelijk heeft het Hof van Beroep te Gent, bij arrest van 29 april 2004, de eerste van de twee vervolgde
dienstweigeraars dan ook vrijgesproken. Het hof oordeelt dat voor betrokkene de naleving
van de grondwet in de gegeven omstandigheden een hoger belang was, dat zij
mocht stellen boven het belang van het zetelen in een stembureau. Het Hof
oordeelt dat zij "aldus
geloofwaardig maakt dat haar gemoedstoestand zodanig gekweld was dat zij niet
behoorlijk als bijzitter zou hebben kunnen functioneren en een wettige, dit is
geldige, reden had om de haar toevertrouwde taak niet te vervullen" (De
volledige tekst van het arrest is te lezen op deze webstek). De zaak van de tweede
dienstweigeraar is nog in behandeling en wordt binnenkort door het Hof van
Beroep te Gent beoordeeld.
6. Vandaar
dat we bijzonder gemotiveerd zijn om de dienstweigeringsactie nog op te voeren
bij de Europese verkiezingen van 13 juni a.s.
En ook
daarna nog als het moet.
Op heden (6 juni 2004)
hebben reeds een vijftigtal dienstweigeraars effectief geweigerd te zetelen voor
de verkiezingen van 13 juni 2004.
De oproep
tot dienstweigering geldt uiteraard alleen voor de ongrondwettige Europese
verkiezingen: dus niet voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement (dus niet
voor wie enkel 's namiddags de stemmen moet tellen voor het Vlaams Parlement ; wel voor wie 's morgens moet zetelen in
een stembureau voor Europees Parlement en Vlaams Parlement EN voor wie ¹s
namiddags moet zetelen in een telbureau voor het Europees parlement.)
Vlaanderen
mag en kan niet toelaten dat het gediscrimineerd wordt en dat zijn grenzen
worden geschonden. Niets wijst er vooralsnog op dat de re‘le intentie aanwezig
is om de kieswet aan de grondwettelijke indeling van het land aan te passen.
We laten
ons niet afschrikken door repressie.
Dat de
burgers het vreedzaam burgerlijk verzet in handen blijven nemen is een teken
van gezonde burgerzin:
Dat de federale repressie aan het werk moet gezet worden om een
ongrondwettelijke regeling te doen uitvoeren, is en moet een blijvende schandpaal zijn voor de federale
overheid die haar
eigen grondwet niet toepast.
7. Tot slot
nog dit: de dienstweigeringsactie staat volkomen los van de stappen die een
aantal colleges en burgemeesters van Halle-Vilvoorde en Vlaanderen ondernemen.
Ze is er wel complementair aan. In die zin is onze actie een steun aan de
burgemeesters, colleges en gemeenteraden van Halle-Vilvoorde. De beide acties
kunnen elkaar versterken. Ook in de jaren zestig kon er aan de talentellingen
slechts een einde worden gesteld, na een boycot op initiatief van de
Vlaams-Brabantse gemeenten.
Alleszins
willen we volmondig hulde brengen aan die colleges van burgemeesters en
schepenen die hun nek uitsteken. Ook minister Van Grembergen feliciteren we
voor zijn klare en moedige taal: een Vlaams minister van Binnenlandse
Aangelegenheden kan onmogelijk optreden tegen Vlaamse gemeenten die de grondwet
en een resolutie van het Vlaams Parlement boven een anachronistische wet
plaatsen.
Ook de
dienstweigeraars verdienen alle hulde en dank: zij hebben de moed van hun
overtuiging en steken hun nek uit voor het algemene Vlaams belang.
Hun houding staat in schril contrast met de lafhartige houding van de Federale Parlementsleden van de Vlaamse regeringspartijen
VLD, SPA-Spirit en Groen!, die weigeren om hierover in het federaal parlement zelfs maar een discussie te openen.
Luc
Deconinck
Voorzitter
Halle-Vilvoorde Komitee